Ik koos dit boek omdat ik omdat ik dit boek van mijn ouders heb gekregen en ik het boek toen erg spannend vond. Ik wil jullie ook graag laten weten hoe dit boek gaat.
ik ga jullie wijzer maken over dit boek met behulp van: zakelijke gegevens over het boek en de auteur en de uitgever, een lange samenvatting, mijn eigen mening over het boek, een fragment uit het boek en twee verwerkingsopdrachten.
1 - zakelijke gegevens
titel: De meester van de zwarte molen
oorspronkelijke titel: Krabat
auteur: Otfried Preussler
vertaald door: W.I.C. Royer-Bicker
omslag door: Adrie Hospes
druk: 22 (in 2007)
uitgever: Lemniscaat b.v.
2 - samenvatting
Krabat is een weesjongen die samen met twee vrienden over straat zwerft verkleed als de drie koningen om zo aan onderdak en geld te komen. Op een nacht als ze op een hooizolder liggen krijgt Krabat een droom waarin hij geroepen wordt om naar de molen in het Koselmoeras te komen. Krabat trekt zich niks van deze droom aan, maar als deze zich blijft herhalen laat hij op een avond zijn twee vrienden slapend achter.
Als hij bij de molen aan komt wordt hem door de molenaar gevraagd of hij op de molen wil werken en of hij ook al het andere wil leren. Krabat stemt toe. Hij wordt door de molenaar naar bed gestuurd. Die avond wordt hij gewekt door 11 andere molenaarskinderen. Deze zien helemaal wit van het meel. Al vanaf de eerste ochtend dat Krabat op de molen werkt moet hij hard werken. Hij moet een kamer vegen waarin allemaal meel ligt, maar hoe Krabat ook veegt, het meel wil niet weg. Tegen de middag komt Tonda Krabat halen. Hij kijkt de kamer rond en ziet het meel er nog steeds liggen. Dan maakt hij een teken in de lucht zegt hier iets bij en spontaan verdwijnt al het meel uit de kamer. Krabat vraagt hoe Tonda dit doet, maar Tonda zegt: 'vroeg of laat kom je er wel achter, maar laat de molenaar het niet merken en ook Lyschko niet, hij vertelt alles door aan de meester'.
Het wordt winter en Krabat moet sneeuw schuiven alles doet hem pijn. Dan komt Tonda weer langs, legt zijn hand even op Krabats schouder en zegt er weer iets bij. Krabat voelt zich gelijk al weer een stuk beter, en hij wil weer hard aan het werk gaan, maar Tonda waarschuwt hem. 'Laat Lyschko en de meester het niet merken, want dan word ik zwaar gestraft.' Tonda komt nu iedere dag even bij Krabat langs als hij aan het werk is en geeft hem dan nieuwe kracht en Krabat doet net of hij het heel moeilijk heeft om zo Lyschko en de meester te misleiden.
Nu Krabat een paar weken op de molen werkt wordt hij geroepen bij de meester. De anderen zijn er al. Ze zijn veranderd in een kraai en zitten op een stang voor de meester. Als hij bij de meester aan komt zegt de meester dat zijn proeftijd er op zit en dat hij nu bevorderd is tot knecht. Hij zal nu ook de kunst van de zwarte magie leren. Eerst zal hij veranderd worden in een kraai die net zo als de anderen boven op een stang gaat zitten. De meester leest voor uit de Koraktor, dat is het boek waar alle spreuken van de zwarte kunst in staan.
Met stille zaterdag, de dag voor Pasen, hoeven de leerlingen niet te werken en na het eten gaan ze gelijk naar bed. ’s Avonds moeten ze twee aan twee het teken van de geheime broederschap halen. Ze moeten een nacht wakend doorbrengen op een plaats waar iemand een gewelddadige dood gestorven is. Krabat en Tonda zitten op boomers dood. Als ze daar zitten ziet Krabat dat Tonda al een hele tijd voor zich uit zit te staren. Zijn geest is uit zijn lichaam getreden. Als Tonda na een tijdje weer bij zich zelf is, dan vertelt hij dat hij eens van een meisje gehouden had, Worschula, en dat ze nou al weer een half jaar dood op het kerkhof lag. Ze was verdronken. Mocht Krabat ooit van een meisje gaan houden dan mochten Lyschko en de meester het nooit merken want zij, de molenaarsjongens, brachten meisjes geen geluk. In die nacht hoort Krabat ook de zangstemmen van een groep meisjes die in de nacht van Pasen rond de huizen lopen te zingen. Hij weet nog van vroeger dat het meisje dat af en toe alleen zong de Kantora was. Zij had de meest zuivere stem en mocht daarom ook af en toe zonder de rest zingen.
Als het licht wordt tekenen ze het teken van de geheime broederschap op elkaars voorhoofd. Als ze dan terug zijn bij de molen moeten ze hard aan het werk. De toverkrachten werken nu niet dus alle leerlingen hebben het zwaar. Tegen de tijd dat het teken van hun gezicht is weg gezweet mogen ze ophouden met werken. De volgende winter gaan Krabat, Tonda en nog een paar andere jongens naar het bos om hout te hakken. Krabat wil paddenstoelen gaan plukken maar hij heeft geen mes bij zich dus vraagt hij of hij het mes van Tonda mag lenen. Als Tonda het mest uitklapt is het lemmet helemaal zwart alsof het boven een kaars is gehouden. Als dan Krabat het mes open doet is het lemmet weer helemaal glanzend. Als je het mes open doet en het lemmet is zwart, zegt Tonda hem, ben je in levensgevaar.
Een paar weken na de Allerheiligen (de herfst) worden de jongens allemaal heel gespannen. Als Krabat met hen wil stoeien vliegen ze hem bijna naar de keel Krabat begrijpt hier niks van. Na een paar dagen als ze in bed liggen horen ze een gil, Krabat wil naar beneden gaan om te kijken wat er is gebeurd maar hij wordt tegengehouden door de Juro. Hij moest maar weer naar bed gaan. Als ze de volgende ochtend naar beneden gaan ligt Tonda onderaan de trap. Hij was in het donker van de trap gevallen en had hierbij zijn nek gebroken. Maar Krabat betwijfelt of het een ongeluk was. Tonda wordt begraven zonder rouwteken of kruis. Nu Tonda dood is moet er een nieuwe meesterknecht komen. De jongens benoemen Hanzo tot nieuwe meesterknecht en Hanzo stemt toe.
Er komt een nieuwe leerjongen omdat ze met z’n twaalven op de molen moeten blijven. Witko heet hij.
Michal helpt Witko op de zelfde manier zoals Tonda Krabat geholpen had, maar Lyschko komt er achter en vertelt het aan de meester. Michal wordt door de meester zwaar gestraft. Ze zijn allemaal heel boos op Lyschko en willen niet meer met hem praten en uit de zelfde pan eten. Maar als er weer een feestdag is moeten ze alle ruzies vergeten en weer verder met elkaar gaan als vrienden. De meester mag Michal helemaal niet meer.
Een paar dagen voor oudejaarsavond worden de leerlingen weer net zo gespannen als het jaar daarvoor. In de nacht van oudejaarsavond als ze in bed liggen horen ze ineens een dof gerommel in het huis, een gil en daarna stilte. Merten, de beste vriend van Michal, begon te huilen. De volgende ochtend als ze beneden kwamen vonden ze Michal. De dwarsbalk van de weegschaal was uit de zoldering komen vallen en hij had zijn nek gebroken. Ze begroeven Michal zonder rouwteken of kruis. Na de dood van Michal moest er weer een nieuwe leerjongen bijkomen. De nieuwe jongen is Lobosch. Krabat kent de jongen want hij had vroeger met deze jongen op straat gezworven. Krabat helpt de jongen zoals Tonda hem geholpen had en zoals Michal Witko geholpen had. Daarna gaat alles weer zoals de jaren er voor.
Alleen kan Krabat de mooie stem van de Kantora niet vergeten. Met hulp van Juro kan hij haar weer zien. Hij vertelt de Kantora alles over de molen en dat hij van haar houdt. Ook vertelt hij dat hij vermoedt dat de molenaar Tonda en Michal heeft vermoord. Hij kan alleen bij de molen weg als hij meer kennis heeft van de zwarte kunst dan de meester of door de liefde van een meisje. De Kantora wil voor hem vragen of hij Krabat wil laten gaan. Maar Krabat wil dit niet want hij denkt aan hetgene wat Tonda hem vertelde over zijn meisje dat verdronken was. Het is echt gevaarlijk want als ze de test niet haalt zal ze sterven.
Lyschko is er achter gekomen dat Krabat verliefd is en heeft het aan de meester verteld. De meester gaat met behulp van een spreuk in Krabats hoofd zitten als hij slaapt en komt er zo achter wie de Kantora is. De meester laat Krabat weten dat hij weet dat Krabat verliefd is en dus moet Krabat het meisje zo snel mogelijk waarschuwen anders zal ze sterven. Als Krabat de Kantora verteld heeft dat de meester weet wie ze is besluit ze meteen met hem mee te gaan en de test wil doen. Als ze bij de molen komen staat iedereen al op hen te wachten. De meester verandert hen allemaal in kraaien en de Kantora moet Krabat zien aan te wijzen. Na een tijdje wijst ze er een aan en zegt 'hij is Krabat, ik voel het aan zijn liefde voor mij EN de angst die hij heeft om mij kwijt te raken'. Het is goed, ze heeft Krabat aangewezen. De meester sterft dan en alle leerjongens zijn vrij. Ze vergeten alles van de zwarte kunst, maar het molenaarswerk weten ze nog .
3 - mening
spannend
Ik vind dit boek spannend omdat je nooit weet wát er gaat gebeuren, maar vaak merk je wel dát er iets gaat gebeuren. Bijvoorbeeld iedere keer als een van de molenaarsjongens zal sterven, dan merk je dat doordat je leest dat ze opeens allemaal heel gespannen worden en niks meer kunnen verdragen. Ook vind ik het boek spannend omdat er allemaal dingen zijn die Krabat niet weet en die je zelf ook niet weet als je het boek leest, bijvoorbeeld wat of wie de "Peetoom" is en waarom hij komt. Een andere reden waarom het spannend is, is dat het boek zo geschreven is dat je je heel goed kan inleven.
meeslepend
Ik vind dit boek erg meeslepend omdat er weinig echt duidelijke losse stukken zitten in het verhaal, alles loopt een beetje door in de volgende "scene", waardoor je al bezig bent met de volgende gebeurtenis voordat je klaar bent met de gebeurtenis waar je daarvoor mee bezig was.
serieus
Ik vind dit boek serieus omdat er maar weinig grappen in zitten. Een van de weinige grappen
is die in het fragment. ik vind het boek ook erg serieus omdat de manier waarop het boek geschreven is en hoe de sfeer in het verhaal word beschreven mij het idee geven dat alles heel donker en slecht en naar is. Een voorbeeld hiervan is dat iedere keer als er iemand doodgaat, alles heel stil is en er helemaal niks grappigs gebeurt. Dat zorgt ervoor dat in het boek hele stukken heel saaie en serieuze en een beetje "doodse" sfeer krijgen.
(261 woorden)
4 - fragment
Blz. 58 r. 17 - Blz 59
Het begon al donker te worden. De molenaar was voor 3 of 4 dagen op reis, de molenaarsjongens hingen wat rond in het verblijf en waren van plan de rest van de dag met luieren door te brengen toen er geklopt werd. Tonda deed open. Buiten stond de luitenant met zijn soldaten en blafte dat hij officier van Zijne Genade de keurvorst was, verdwaald was, en in deze verdomde molen kwartier wenste te maken, en of dat duidelijk was? "Welzeker, weledelgestrenge heer. Er zal op de hooizolder wel een plaatsje voor u te vinden zijn." "Op de hooizolder?"snauwde de korporaal. "Ben je niet goed wijs, man? Maak het beste bed in de molen klaar voor de weledelgestrenge heer luitenant hier - en je gaat voor de bijl als het mijne ook maar een haar slechter is! Bovendien hebben we honger. Breng alles maar op tafel wat de pot schaft, met bier of wijn, dat doet er niet toe, als er maar genoeg is- en je zorgt maar dat er genoeg is, anders timmer ik eigenhandig je botten in elkaar. Voorwaarts mars! En een beetje vlug, ander zwaait er wat."
Tonda floot even zachtjes tussen zijn tanden, heel even maar, maar de jongens in de kamer hoorden hem toch. Toen de meesterknecht met de ronselaars binnenkwam was de kamer leeg. "De heren kunnen gaan eten, het eten komt dadelijk!" Terwijl de ongenode gasten het zich gemakkelijk maakten in de kamer en hun dassen en beenwindsels lostrokken, staken de jongens in de keuken de kopen bij elkaar om te overleggen. "Gekke pruikapen!" riep Andrusch. "Wat verbeelden ze zich wel!" Hij had al een plan klaar en alle jongens, zelfs Tonda, betuigden onder luid gejuich hun instemming. In grote haast bereidden Andrusch en Staschko met hulp van Michal en Merten het maal voor: drie schalen klei en zaagsel, met ranzige lijnolie aangelengd tot een soort pap, gekruid met sliertjes tabak. Juro ging naar het varkenshok en kwam terug met twee beschimmelde broden. Krabat en Hanzo vulden twee bierkruiken met vunzig gootwater uit de regenton. Toen alles klaar was ging Tonda naar de soldaten en kondigde aan dat ze konden eten. Als de weledelgestrenge heer hem toestond, zou hij laten opdienen. Vervolgens knipte hij met zijn vingers; een heel bijzonder vingergeknip, naar al spoedig zou blijken. Allereerst liet de meesterknecht drie schalen binnenbrengen. "Met uw welnemen, vermicellisoep met rund en kippenvlees - en hier groene kool met pens - en daar hebt u een ragout van witte bonen, gebakken ui en kaantjes..." De luitenant rook eens aan de verschillende spijzen en kon maar moeilijk tot een keus komen.
Reden
Ik heb dit fragment gekozen omdat ik het een van de grappigste stukken uit het boek vind. Ook een reden waarom ik dit fragment heb gekozen is dat dit stukje (het loopt trouwens nog een eindje door met allemaal grappige voorvallen) laat zien dat het boek niet helemaal verschrikkelijk serieus is. Er komen nog wel meer van dit soort stukken in het boek voor, maar die zijn erg schaars. Het laat ook zien dat - als je het boek helemaal gelezen heb zul je het waarschijnlijk beter begrijpen - er ook een leuke kant kan zitten aan zwarte magie.
5 - verwerkingsopdrachten
korte verwerkingsopdracht Nr.5
Nr. 1: iemand uit bed lichten (betekend: iemand 's nachts doen opstaan)
dit spreekwoord vind ik bij het boek passen, omdat Krabat en de andere molenaarsjongens iedere nieuwe maan 's nachts moeten opstaan en moeten werken.
Nr. 2: iets over zijn kant laten gaan (betekend: zich er niets van aantrekken)
dit spreekwoord vind ik bij het boek passen omdat de meester zich er niets van aantrekt als de molenaarsjongens hun best doen bij het leren van de Zwarte Kunst of niet.
Nr. 3: een zwak voor iets of iemand hebben (betekent: iemand leuk vinden)
dit spreekwoord vind ik bij het boek passen omdat Krabat verliefd word op een meisje.
Nr. 4: alles op het spel zetten (betekenis: alles inzetten en mogelijk alles verliezen)
dit spreekwoord vind ik bij het boek passen omdat aan het einde van het boek de Kantora (waar krabat verliefd op is) een test moet doen om Krabat en de molenaarsjongens vrij te krijgen, maar als ze faalt zullen Krabat en zij sterven voor oud en nieuwjaar nacht 12 uur.
Nr. 5: iemand ter aarde bestellen (betekenis: iemand begraven)
dit spreekwoord vind ik bij het boek passen omdat de molenaarsjongens ieder jaar 1 iemand moeten begraven: of de molenaar, of één van de molenaarsjongens.
Lange verwerkingsopdracht Nr. 2
